De Hongaarse verkiezingen zitten erop en de belangrijkste uitslag is bekend. Premier Viktor Orbán blijft zitten waar hij zit en verroert zich niet veel anders dan dat hij gewend was.
De Hongaarse verkiezingen zijn anders geregeld dan U in Nederland gewend bent en ze zijn ook anders dan dat de Hongaren gewend waren. Er zijn namelijk grondwetswijzigingen geweest en daaraan verbonden kieswet wijzigingen. Dat was heel eenvoudig mogelijk omdat de Fidesz-partij van Viktor na de vorige verkiezingen (volgens de vroegere wetgeving) een absolute, meer dan twee-derde, meerderheid kreeg in het parlement.
Om de afgelopen verkiezingen op zijn waarde in te schatten, is het goed om te zien wat de verschillen zijn met wat Nederland gewend is en wat de eventuele voor- en nadelen daarvan zijn en, misschien nog wel belangrijker, wat de invloed zal zijn op de mogelijkheden om zaken te doen in en met Hongarije/Hongaren.
De Fidesz partij kreeg als winnaar om en nabij de 44,5% van de stemmen en krijgt daarmee 66,83% van de zetels in het Hongaarse parlement. Een lineaire berekening steekt hier niet achter. Dat komt omdat Hongarije niet alleen kiest voor nationale vertegenwoordigers, maar ook voor vertegenwoordigers in het parlement die de belangen van de kiesdistricten en zelfs van (internationale) minderheden in het parlement, behartigen. In dat opzicht is het Hongaarse kiesstelsel goed democratisch en is het parlement – juist via de regionale vertegenwoordigers – voor iedereen ‘betrekkelijk eenvoudig’ aanspreekbaar.
Voor wie geïnteresseerd is in de officiële zetelverdeling is deze link handig, en geïnteresseerden in de cijfers komen goed uit op deze link.
De achtergronden bij deze (voorspelde) uitslag zijn redelijk eenvoudig verklaarbaar. Vanuit het vorige regime was Hongarije en waren haar leiders ‘nogal’ links georiënteerde alleenheersers, zonder al teveel ervaring in het rekening houden met anderen, zeker niet met rechtsen, die op zichzelf ook al niet teveel ervaring hadden in het meer partijen denken. Na het linkse verkiezingsdebacle van vier jaar geleden, is het hele linkse front met persoonlijke beschuldigingen over en weer over straat gerold, heeft ieder voor zich – met andere woorden – dezelfde meningen geuit als de andere linksen, om hun gelijk te claimen, en hebben ze aangetoond dat ze niet samen kunnen werken. Het ergste is misschien nog wel, dat ze vier jaar lang niets positiefs in werking hebben gezet.
Dat wil niet zeggen dat Fidesz het vier jaar lang goed heeft gedaan. Ik heb het al in vroegere artikeltjes aangegeven: Fidesz heeft de Hongaren niet, of niet goed genoeg, verteld hoe het land, de nationale economie en financiën er voor staan. En wanneer het verteld werd, waren de verhalen gelardeerd met paragraaf nummers uit wetten en verordeningen en doorspekt met omstandigheden in een voor de gemiddelde luisteraar onbegrijpelijke soort Hongaars. De Hongaren werden geconfronteerd met pijnlijke maatregelen, waarbij de verklaring dat het nodig was, genoeg moest zijn. Zo gingen de pensioenen omlaag, kwamen er extra belastingen, werden voorzieningen uitgehold en ga zo maar door. Ik heb het wel eens gezegd, de Hongaren werden bijna letterlijk op water en brood gezet. Behalve dat, werden verschillende nieuwe wetten geïntroduceerd die Hongarije zouden moeten helpen, maar door ‘Brussel’ werden afgeschoten. Bijvoorbeeld media wetgeving die de persvrijheid aantastte, zodat de pers, door het schrijven van wat de pers als waarheid zag, het ‘Image van Hongarije’ niet zou kunnen beschadigen. Die en andere wetgevingen hebben Hongarije uiteindelijk meer schade gedaan dan de wetgevingen zelf. Net zo goed, als dat het voor de meeste Hongaren wel begrijpelijk is dat ‘straat’ en aanverwante namen die aan ouwe trouwe communisten herinneren moesten worden veranderd, maar het onbegrijpelijk is dat het Nationale vliegveld ‘Ferihegy’ (een heuveltje waar ‘Feri’ fruit gekweekt had) in een keer een andere naam moest krijgen, met enorme kosten aan drukwerken, brochures en vooral de bewegwijzeringen, uit een lege staatskas. Evenzo voor wereldberoemde pleinen in Boedapest, waaronder het Roosevelt tér, genoemd naar de vroegere Amerikaanse president, plots van naam moest veranderen met alle kosten van dien.
Viktor Orbán heeft in Europa een reputatie opgebouwd die ik niet graag van hem over neem, maar het uiteindelijke resultaat is op zijn minst opmerkelijk. Hij heeft geen dreigementen en voorwaarden van de EU aangenomen die naar zijn gevoel de Hongaarse onafhankelijkheid aan zouden tasten. IMF commissies die, met andere woorden, orde op zaken en voorwaarden kwamen stellen, zijn net zo beleefd doch dringend het land uit geholpen. Viktor heeft de Nationale verplichtingen aan het IMF op eigen kracht genormaliseerd en Viktor heeft het Hongaarse GDP al in het vierde kwartaal van 2013 binnen de heilige Europese 3% gebracht, beter dan menig gerenommeerde EU lidstaat!
Na al deze acties is Viktor begonnen met vieren van de Hongaarse teugels. Energieprijzen die kunstmatig hoog waren, werden voor particulieren al twee keer verlaagd en een verlaging van de energieprijzen voor bedrijven komen eraan. Pensioenen en minimum lonen worden langzaam maar zeker opgetrokken. Ook wordt al voorzichtig over belastingverlagingen gepraat en daaraan gekoppeld, verhoging van de levensstandaard. Verdacht was dat wel, natuurlijk, zo kort voor de verkiezingen, maar de Hongaren hebben Viktor in grote mate het voordeel van de twijfel gegund. Tientallen buitenlandse bedrijven hebben zich kortelings in Hongarije gevestigd, een tendens die lonend blijft zolang Viktor de wisselkoers ten behoeve van investeerders gunstig houdt.
Het is precies zoals ik in de tweede zin al aangaf: Viktor Orbán blijft zitten waar hij zit en laat hem maar lekker verder gaan zoals hij bezig was. Dan komt het vast wel goed!