Voor jullie, ver weg in Nederland, komen de gemeenteraadsverkiezingen er weer aan. Toonaangevende partijen die altijd tegen de gekozen burgemeesters waren, maar nu vrezen dat ze in de verdrukking komen, blijken ineens voorstanders van gekozen burgemeesters te worden. Ik heb het nog niet horen zeggen, maar het zou zomaar kunnen dat de verdeling van burgemeesters in steden – traditioneel afhankelijk van de nationale stemverhoudingen – de mening van de vroegere grote partijen beïnvloed.

Gekozen burgemeesters waren, zijn en staan nog altijd voor een van de belangrijkste idealen van D66. Voor de Vlaamse lezers van www.inzaken.eu, (D(emocraten)66) is een Nederlandse, in 1966 opgerichte, politieke partij. En natuurlijk, binnen hun democratische gedachtegang is dat ook een heel terecht ideaal van D66, want het benoemen van bestuurders is zo ongeveer het meest ondemocratische dat bedacht kan worden. ‘Iets’ of ‘iemand’ kan niet bepalen wie iedereen vertegenwoordigt. Zelfs niet, wanneer een democratisch gekozen instituut of bestuurslaag benoemingen doet ‘namens’ hen, door wie zij gekozen zijn. Al was het alleen maar om dat de benoemende ‘bestuurslaag’ op die manier bevriende gedachtegangen (links, rechts, sociaal, democratisch, bankensector, energiesector, bouwsector, handel, industrie, landbouw en ga zo maar door, tot en met de verschillende maffia-varianten aan toe) zou kunnen beïnvloeden, dan wel bevoordelen. Boze stemmen beweren zelfs, dat in Nederland (waarschijnlijk niet eens alleen in Nederland, maar voor wie schrijf ik?) de hogere bestuurslagen (zonder de bestuurslagen bij naam te noemen) en ‘het volk “vertegenwoordigende” organisaties’, door het instituut van benoemde burgemeesters, hun vieze, dikke, vette vingers in de lokale pap willen blijven houden. Het idee dat bestaande hogere bestuurders (niet alleen publiekrechtelijke, maar ook bancaire, (sociale) verzekering en alle overige ‘algemeen belang dienende’ bestuurders) op die manier hun posities op niet democratische manier veilig kunnen stellen, is naar mijn mening principieel onacceptabel. Heel terecht dus dat D66, als de grootste voorvechter van democratie, gekozen burgemeesters nastreeft. De gekozen burgemeester zou zelfs het begin van een evolutie in kunnen luiden. ‘De rest’ moet volgen.

Na deze politiek georiënteerde inleiding met mijn klip-en-klare mening, is het ook nuttig om de keerzijde van de medaille te bekijken. In Hongarije bijvoorbeeld, U weet wel, dat voormalig ‘niet democratische’, communistische land(!) worden de burgemeesters al sinds jaar en dag gekozen en neemt U maar van mij aan, dat deze gekozen burgemeesters zoals ze in Hongarije gekozen worden, ook niet ideaal zijn. Laat mij uitleggen waarom de Hongaarse wel-is-waar democratisch gekozen burgemeesters niet optimaal functioneren. Tenminste, niet altijd (zeg maar zelden) en ook niet overal, want dat is ook zoeken naar een speld op de poesta! Het aantal plaatsen waar de burgemeester is gekozen omdat zijn of haar populariteit in de plaatselijke kroeg (of elders) groot is, is legio en zulke burgemeesters vertegenwoordigen zeker geen kwaliteit. Wat dat aangaat zijn burgemeesterskandidaten die door politieke partijen worden voorgesteld nog niet eens zo’n slechte optie, want politieke partijen riskeren met slechte kandidaten hun reputatie. Maar ja, daarmee dreigen weer de gevaren uit de tweede alinea, en daar heb ik me in die alinea juist tegen verzet.

Dat brengt mij terug naar mijn vroegere leven (>35 jaar geleden) in Nederland, toen ik deel mocht uitmaken van een gemeentelijke “functie classificatie commissie” waarin de leden studeerden op functiebeschrijvingen en alle aspecten van functies werden ‘gewogen’, zoals die door de functionarissen en hun meerderen werden aangedragen. Het doel was om de honderden uiteenlopende functies en niveaus dusdanig te sorteren, dat iedere functie ten opzichte van andere functies een verantwoorde plaats binnen de loonschalen kreeg. Zo’n functie classificatiesysteem kan natuurlijk ook gebruikt worden om sollicitatie-eisen vast te stellen of, ingeval van verkiesbare functies, de voorwaarden vast te stellen waaraan kandidaten moeten voldoen om verkiesbaar te zijn. Hoe zulke voorwaarden er in Hongarije uit zouden moeten zien is weer een democratisch probleem op zichzelf. Daarover misschien een vervolgartikel, over een jaar of wat, wanneer de evolutie daar aan toe is.

Vraagt u zich misschien af, hoe het systeem met de democratisch gekozen Hongaarse burgemeesters functioneert?
Wel, de laatste gemeenteraad en burgemeestersverkiezingen waren ongeveer drie-en-een-half jaar geleden en behalve de politieke partijen werd er ook door ‘onafhankelijken’ (na het vergaren van voldoende handtekeningen) aan deelgenomen. Die verkiezingen waren een half jaar na de parlementsverkiezingen. De sfeer was voor de parlementsverkiezingen ernstig tegen het toen heersende politieke klimaat gekeerd en de tot dan regerende socialisten werden ernstig afgestraft. De liberale Fidesz won die verkiezingen met een ruime twee-derde meerderheid, waardoor zij de absolute macht verwierf en zelfs in staat was om zonder al te veel problemen grondwetswijzigingen door te voeren. De gedesillusioneerde socialisten vielen in een viertal partijtjes uiteen en ondanks hun overeenkomende linkse herkomst en gedachtewereld, leken – en lijken – hun rijke, kapitalistische en op macht beluste leiders tot nu toe niet in staat om op enigerlei wijze verstandig samen te werken. Dat werd door het Hongaarse volk begrepen en bij de gemeente verkiezingen werd het overgrote deel van de burgemeesters uit Fidesz kringen gekozen, gevolgd door heel veel onafhankelijken en een hele kleine minderheid aan linkse burgemeesters. In de loop van de afgelopen jaren is gebleken dat de gemeenten met Fidesz burgemeesters er beduidend beter voor staan, omdat die gemeenten veel beter door de regering werden bediend en geholpen. Over de burgemeesters heb ik in het verleden al eens geschreven. Ongeacht hun herkomst of achtergrond hebben de meeste burgemeesters over het algemeen geen echte serieuze politieke ervaring, tenzij de gemeente en daarmee de keuze uit kwalitatieve kandidaten groter is. Om in dat hiaat bij de meerderheid aan (kleinere) gemeenten te voorzien hebben alle gemeenten wettelijk een jurist als gemeentesecretaris. Van die gemeentesecretaris wordt verwacht dat hij of zij alle wetten en regels kent. Op die grond beoordelen de gemeentesecretarissen alle vergunningaanvragen die door de burgemeester moeten worden ondertekend. In dat opzicht hebben de burgemeesters feitelijk een machteloze macht. De burgemeesters bepalen wel, in samenspraak met de – gemiddeld ja en amen knikkende – gemeenteraden (die de ambtelijke taal in de wet- en regelgeving en de bergen cijfers niet of nauwelijks begrijpen) waar de prioriteiten liggen en waar hun gemeente zich wel of niet voor wil inzetten, ‘hun’ gemeentelijke prioriteiten.

Nu ben ik alleen nog nieuwsgierig wat de uitslag van uw verkiezingen gaat doen en nog meer, of een gekozen burgemeester in Nederland werkelijkheid gaat worden en wat de eisen worden  waar een kandidaat burgemeester aan moet gaan voldoen.