De Europese Unie heeft voor de periode tot 2020 verscheidene economische prioriteiten gesteld. Belangrijke onderdelen hiervan zijn de Europese 2020-strategie en het Euro Plus-pact. In het Europees Semester komen de economische prioriteiten en het begrotingstoezicht en macro-economische toezicht van de Europese Unie samen. In het Meerjarig Financieel Kader legt de Europese Unie voor een periode van zeven jaar vast hoeveel de begroting van de Europese Unie jaarlijks maximaal mag bedragen en waaraan dat geld besteed zal worden.
Europa 2020
Als opvolger van de Lissabonstrategie (het actie- en ontwikkelingsplan voor de EU dat liep van 2000 tot 2010) heeft Europa de Europa 2020-strategie ontwikkeld. De Europa 2020-strategie heeft twee aanleidingen:
1. de financiële crisis, die structurele tekortkomingen in de Europese economie heeft blootgelegd;
2. de langetermijnproblemen waarvoor de Europese Commissie al langer oplossingen zoekt: de mondialisering, de dreigende schaarste aan hulpbronnen en de vergrijzing.
Bij de aanpak van deze problemen richt Europa 2020 zich op drie prioriteiten die elkaar moeten versterken:
1. slimme groei: voor een op kennis en innovatie gebaseerde economie;
2. duurzame groei: voor een groenere, meer competitieve economie waarin efficiënter met hulpbronnen wordt omgesprongen;
3. inclusieve groei:voor een economie met veel werkgelegenheid en sociale en territoriale cohesie.
In het verlengde van deze prioriteiten heeft de Europese Commissie doelen opgesteld, die door elke lidstaat zijn vertaald in eigen streefcijfers voor 2020. In de tabel staan de Europese doelstellingen en de bijbehorende Nederlandse streefcijfers.
Europa2020: Europese doelstellingen bijbehorende Nederlandse streefcijfers
Euro Plus-pact
Het Euro Plus-pact werd in maart 2011 aangenomen en vormt een aanvulling op de Europa 2020-doelstellingen. De landen die deze intergouvernementele overeenkomst hebben ondertekend zijn de zeventien eurolanden, aangevuld met Bulgarije, Denemarken, Letland, Litouwen, Polen en Roemenië.
Het pact bestaat uit politieke afspraken over:
het stimuleren van concurrentiekracht;
het stimuleren van werkgelegenheid;
het versterken van de houdbaarheid van de publieke financiën;
het versterken van de financiële stabiliteit.
Elk jaar zullen de deelnemende landen aankondigen welke maatregelen op de vier bovengenoemde terreinen ze in de daaropvolgende twaalf maanden zullen nemen.
Europees semester
In 2010 besloot de EU tot het instellen van een ‘Europees semester’. Het Europees Semester coördineert rapportage en monitoring voor de economische prioriteiten van de EU (die zijn vastgelegd in het Europa2020-beleid en het Europlus-pact) en het toezicht van de EU op de begrotingen en macro-economische situatie in de lidstaten. Het Europees Semester vindt plaats in de eerste helft van het jaar, zodat de lidstaten rekening houden met aanbevelingen uit de EU bij het opstellen van hun definitieve begroting in de tweede helft van het jaar.
Meerjarig Financieel Kader
Het budget van de EU voor de realisatie van haar middellangetermijn doelen is vastgelegd in het Meerjarig Financieel Kader. Het huidige kader loopt eind 2013 af. Op dit moment onderhandelen de EU-lidstaten over het nieuwe Meerjarig Financieel Kader voor de periode 2014-2020, dat in dienst zal staan van de Europa 2020-doelstellingen.
Het totale financiële belang van het voorstel voor het nieuwe kader voor de periode 2014-2020 waarover thans wordt onderhandeld, bedraagt € 1025 miljard. Dat is 1.05% van het bruto nationaal inkomen (BNI) van alle EU-lidstaten samen.
Binnen het Meerjarig Financieel Kader is het Cohesiefonds een belangrijke bouwsteen om de Europa 2020-doelen te halen. Uit dit fonds wordt het EU-beleid gefinancierd voor zaken als het creëren van banen en het ondersteunen van de concurrentiepositie en economische groei van de EU-lidstaten.
Pact voor groei en banen
Tijdens de Europese Raad van 28-29 juni 2012 is besloten tot een nieuw ‘Pact voor groei en banen’. Hierin wordt onder meer een financiële impuls voorgesteld om de economische prioriteiten van de EU, zoals die zijn geformuleerd onder EU2020, te halen. Het volgestorte kapitaal van de Europese Investeringsbank (EIB) wordt met 10 miljard euro verhoogd. Dit vergroot het uitleenvermogen van de EIB met 60 miljard euro voor de EU.
Bron en meer informatie, zie: Rekenkamer